Steun aan horeca kostte tot nu toe 4.3 miljard euro

Zonder (overheids)steun zou de horeca het na al die maanden sluiting niet overleefd hebben. Tot nu toe kostte dat de belastingbetaler 4.3 miljard euro, nog zonder de extra steun van het Brussels en Waals Gewest.

De Vlaamse en Federale overheden pompten reeds veel geld in de horeca, omdat deze beschouwd wordt als één van de prioritaire sectoren. De horeca creëert immers veel jobs. Voor de crisis was de Belgische horeca goed voor 135.000 arbeidsplaatsen.  

De verplichte sluiting door corona plaatste de horeca voor een situatie aan overmacht. Er moest dus een stelsel van tijdelijke werkloosheid opgesteld worden. Verder kwam er het overbruggingsrecht, om de ondernemers te steunen die verplicht hun zaak moesten sluiten. Deze uitgavenposten kwamen ten laste van de Federale overheid. Alleen al voor de tijdelijke werkloosheid van de horecawerknemers tussen maart 2020 en maart 2021 werd 1.4 miljard euro uitbetaald.

Andere federale tegemoetkomingen waren de accijnsteruggave op vervallen bier en een veiligheidspremie voor niet-medisch personeel.

Vlaamse uitgaven

Ook de Vlaamse overheid kwam over de brug. De grootste bedragen gingen naar de hinderpremies (forfaitair bedrag van 4.000 euro + 160 euro per bijkomende sluitingsdag), de ondersteuningspremies (2.000 euro) en de compensatiepremies (forfaitair bedrag voor horecazaken die de omzet met 60 % zagen dalen).

Geef als eerste een reactie

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*