Het gaat niet goed met ‘Roberta Pastabar’, het familierestaurant dat Tom Boonen anderhalf jaar geleden in Sint-Truiden opende. De voormalige wielrenner zou te weinig tijd hebben om de pastabar op te volgen en er zou ook sprake zijn van mismanagement. Het is alweer een bewijs dat bekende gezichten niet noodzakelijk een garantie zijn om een succesverhaal te schrijven in de horeca.
Anderhalf geleden stelde Tom Boonen Roberta Pastabar voor aan het grote publiek. Hij deed dat samen met zijn manager Paul de Geyter en de eigenaars van het Truiense restaurant L’Angelo Rosso. Toen zat de ex-wielrenner nog boordevol plannen. De bedoeling was om op korte termijn in gans Vlaanderen pastabars te openen.
Vandaag ziet het plaatje er echter totaal anders uit. Roberta Pastabar gaat wel nog niet sluiten, maar er wordt gezegd dat Tom Boonen zelf zich uit de zaak zou terugtrekken. Manager De Geyter stelt dat de pastabar het moeilijk heeft doordat wegwerkzaamheden in Sint-Truiden de zaak quasi ontoegankelijk heeft gemaakt. Maar in lokale horecamiddens wordt gefluisterd dat mismanagement de echte oorzaak is van de problemen. Bovendien is Tom Boonen zo goed als nooit te zien in Sint-Truiden. En voor vele mensen is dat net de reden om naar de pastabar af te zakken.
De voormalige wielerheld is niet de enige BV wiens horeca-avontuur op een sisser is afgelopen. Topvoetballer Vincent Kompany moest zijn sportbars ‘Good Kompany’ in Antwerpen en Brussel ook sluiten wegens onvoldoende inkomsten. Het Thaise restaurant Nimman van actrice Nathalie Meskens en haar voormalige partner Jeroen Van Dyck heeft het ook niet lang uitgezongen. En ook de Flamingo Bar van Tanja Dexters bleek geen succes te zijn.
Het probleem is steeds hetzelfde. De bekende gezichten stoppen veel geld in de zaak en staan wel te blinken op de opening, maar daarna zijn ze niet meer te bespeuren. Dat ze zelf niet in de potten roeren is logisch, maar ook het management geven ze vaak volledig uit handen. En daar kan het soms fout lopen.